de boeren uit de middeleeuwen

 

De leefomstandigheden van de boeren waren niet zo goed als die van de adel. De huizen van de boeren waren veelal van hout gemaakt. De meeste mensen sliepen op een bed gemaakt van stro.  Er zaten geen ramen in de schuur en er was maar 1 deur. In de winter sliep het vee (koeien, schapen enz.) ook in de schuur. Mensen en dieren sliepen dus samen. Als er een vuurtje gemaakt werd, ontsnapte de rook door het rieten dak. Toch gaf dat ook brandgevaar. je kan dan stuk vlees ophangen, maar boeren aten dit niet zo heel vaak.
Boeren droegen eenvoudige kleren. Ze maakten die meestal zelf. Als je een gat in je broek had, werd er gewoon een lapje opgenaaid.Ook het voedsel dat de boeren aten was veelal eenzijdig: graan en peulvruchten, samen met melk en eieren. Er werd echter wel eens vlees gegeten, dit gebeurde eigenlijk alleen in de slachtmaand, in die maand werden een aantal dieren van de boer geslacht en opgegeten. Daarna werd het vlees (en ook de vis) gepekeld. Het pekelen zorgde ervoor dat er een aparte smaak aan het vlees of de vis werd gegeven en natuurlijk om het langer te bewaren

In de meeste boerengezinnen werkte de man en de vrouw, ze konden meestal alleen het hoofd boven water houden als ze beiden werkten. De boerengezinnen waren over het algemeen erg klein. De meeste arme boeren konden zich geen kinderen veroorloven, want de monden van deze kinderen moesten natuurlijk ook gevoed worden.

Bij de meeste boerenhuwelijken kenden de gelukkigen elkaar al, bij de adel was dit meestal niet het geval, daar werd door je ouders een bruid of een bruidegom voor je uitgezocht. De boerenwoningen waren over het algemeen erg klein en binnen was het een grote chaos, er was maar één ruimte en dus werd alles daar in gepropt. Je kookte, je at en je sliep allemaal in dezelfde ruimte, dag in, dag uit. Daarom was het voor de meeste mensen buiten aantrekkelijker, 's avonds trof men elkaar in de kroeg of op het kerkhof, daar werd dan rondgehangen en gedanst

Maak jouw eigen website met JouwWeb